Heeeeel lang geleden heb ik zelfs gewoond in Bru, want zo heet het dorp voor insiders. 18 jaar was ik en voor het eerst ernstig verliefd. Door de liefde maakte ik kennis met Zeeland en werd daar ook verliefd op. Elke dag zette ik mijn roze bril op en ontdekte hoe leuk het leven was. Voor het eerst had ik schoonouders en tot op de dag van vandaag ben ik ze dankbaar voor de liefdevolle opname in hun gezin. Zij waren het die mij voor het eerst een mossel lieten eten. En nu, ietsjes meer dan 20 jaar later (ok, 24 jaar om precies te zijn), sta ik op het punt het Zijpe over te steken op een viskotter met mijn dochters van 11 en 18 jaar. Op weg naar het mosselfeestje waar ik al heel lang niet geweest ben…
Als we Anna Jacobapolder voorbij rijden lijken we op het einde van de wereld af te stevenen. Toch doemt er opeens een restaurant voor ons op en zien we verderop een aanlegsteiger waar een vissersboot ligt te wachten. Dat moet de Bru45 zijn. Terwijl we het pad volgen naar de aanlegsteiger zwaaien de meiden al vrolijk naar de schipper want we zijn wat aan de late kant. Maar die heeft vast al begrepen dat we nog graag mee willen want als je hier geen duikpak aan hebt moet je wel voor het pontje komen. We worden door een vriendelijke meneer ontvangen en kopen ons kaartje. Met zo’n 15 andere toeristen aan boord is het prettig druk. De trossen gaan los en we genieten van het uitzicht. Aan de overkant zien we Bru op ons wachten. In de geul is er duidelijk meer waterverkeer dan anders. Handig vaart schipper Bert tussen een binnenvaartschip, een zeiljacht met spinaker en groepje sportroeiers door om ons veilig over te brengen. De meneer van de kaartjes blijkt Ad Verschoor te zijn. Een weg- en waterbouwkundige die als vrijwilliger veel meer doet dan kaartjes afrekenen. We zien hem al snel in gesprek met een groepje fietsers. Geanimeerd vertelt hij over het verleden van dit bijzondere fiets- en voetveer. Maar ook blijkt hij van alles te weten over hoe de visserij is veranderd en welke invloed de sluizen en de waterstand daar op heeft gehad. Ik bedenk dat een huis met een historische voorliefde en bovendien waarde heeft voor ons cultureel erfgoed vaak de status “monumentaal pand” krijgt. Als mensen dezelfde status zouden kunnen krijgen dan zou ik nu zitten kijken naar een monumentaal mens. Mooi om te zien hoe hij zich belangeloos inzet om dit Zeeuwse culturele erfgoed onder de aandacht te brengen. Veel te snel komen we aan de overkant. Op de stijgers zien we hoe vissers hun netten repareren. De vluchthaven van Bru is na al die jaren eigenlijk niks veranderd. Zelfs het restaurant De Vluchthaven blijkt er nog te zitten. Ik neem me voor om hier binnenkort met mijn lief eens naar terug te gaan. Nu eerst een wandelingetje naar het dorp en de vissershaven. Volgens mijn dochters lopen normale mensen er zo’n 20 minuten over maar wij zeker 35. Het zal vandaag niet de eerste keer zijn dat ik een beetje gemopper hoor over de fotomomentjes die ik zeer frequent inlas. Maar ik kan er niks aan doen, het is ook zo mooi hier en er zijn zoveel herinneringen die tot leven komen. Mijn schoonvader toentertijd heeft me zelfs mijn eerste camera gegeven. Zo één waar nog een rolletje in moest. Mijn salaris ging voor een groot deel op aan contactsheets die ik bij Pietje van de tabakwinkel liet ontwikkelen. Ik besluit de meiden maar even niet lastig te vallen met deze historische informatie en me te concentreren op de route want de wijk die aan mijn linkerhand uit de polder is verrezen zie ik voor het eerst.
Als we ons langzaam mengen in de feestdrukte besluiten we eerst even wat te drinken bij café Havenzicht. Wat een leuk café is dit toch. Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe hier de vissers zich al vele jaren verzamelen en met elkaar proosten op de goede vangst. Buiten begint het fanfare te spelen en wij besluiten de muziek achterna te gaan. Eerst lopen we even over de dijk naar het mosselmonument van Bru want die moet je gezien hebben. Via het havenplateau lopen we terug en zien dat de sfeer er al goed in zit. Palingrokers en mosselkokers wisselen elkaar hier af. Wat een mooi visitekaartje voor Zeeland is dit evenement bedenk ik me. De organisatoren mogen trots zijn en wat terecht dat de weergoden ze goed gezind zijn. Vissersboten met toeristen varen af en aan. Vanaf de dijk stroomt de braderie het dorp in. Vele leuke kraampjes maken het onmogelijk om zonder bepakking naar huis te gaan. Bij de smoothie-wagen kopen we een bekertje vers fruit zodat het de fudge van een paar kramen verderop weer een beetje compenseert. De meiden kopen nog wat kleding en ik ben helemaal blij met mijn boek “meerminnen verdrinken niet”. Mijn oog valt op het Visserijmuseum waar we vandaag gratis naar binnen mogen. Nu we er dan toch zijn kunnen we het shoppen weer mooi compenseren met een educatief momentje. We kijken onze ogen uit. Wederom worden we door een monumentaal mens te woord gestaan. Met liefde vertelt hij over de zeesterren in de Oosterschelde want daar willen we beslist meer over horen. Ze blijken in de zomer de mossels open te kunnen breken met hun armen zodat ze zich te goed kunnen doen aan de inhoud. Fascinerend! En dan de tonnen waar die mossels aan hangen, hoe zit dat nou precies? Al vele jaren zie ik ze op verschillende plekken drijven en vraag me dan altijd af : “hoe krijgen ze het nou voor elkaar dat daar een mossel vrijwillig aan gaat hangen?” Eindelijk wordt hier in het visserijmuseum het mysterie voor ons uit de doeken gedaan. We leren dat mossels tweeslachtig zijn en dat ze in het voorjaar “melken” waardoor er embryo’s ontstaan. Na één jaar is het uitgegroeid tot mosselzaad en wat de mosselvissers er dan mee doen moet je beslist zelf eens gaan ontdekken in dit leuke museum. Wel kan ik verklappen dat na twee jaar de mooiste mossels worden ze gepresenteerd bij de visserijdagen in Bru. Ik zou zeker een kaartje hebben gekocht want dat is het visserijmuseum meer dan waard!
Na nog meer kraampjes en twee grote suikerspinnen wordt het tijd om met onze bepakking terug te gaan naar onze nautische lift. Onderweg komen we verschillende roeiteams tegen en ook in de vluchthaven zijn twee kranen druk bezig om de boten uit het water te halen. Lang hoeven we niet te wachten want blijkbaar vaart het veer precies op tijd. Eenmaal aan boord kan ik het niet laten om Ad te vragen wie de eigenaar is van deze kotter. Het moet een bijzonder mens zijn bedenk ik me want rijk wordt je natuurlijk niet van dit pontje. Ad bevestigt mijn vermoeden en vertelt dat hij veel respect heeft voor Dominique Haay. Een hardwerkende visser met vermoedelijk een nostalgisch hart. Ik neem me voor binnenkort nog eens terug te komen en dan hoop ik Dominique te ontmoeten zodat ik hem zelf kan vragen wat hem drijft…
We hebben een geweldige dag gehad en een bijzonder dank aan alle monumentale mensen die we ontmoet hebben!
Liefs,
Anna